Vogels voeren

Juist in de donkere wintermaanden fleuren vogels de tuin op, met hun capriolen, gefladder en getjilp, of gewoon met hun mooie, kleurrijke verschijning. Lok ze naar je tuin of balkon met speciaal vogelvoer, ook als het niet vriest.

Vogels voeren, (wat) wel en niet?

Vogels verbruiken het hele jaar veel energie. In de winter om warm te blijven, in het voorjaar om te nestelen en eieren te leggen, daarna om hun territorium te verdedigen en hun jongen groot te brengen. In het najaar moeten ze reserves opbouwen voor de winter. De Vogelbescherming adviseert daarom vogels het hele jaar door bij te voeren. Dat kan geen kwaad: ze zullen niet lui worden of verleren zelf hun voedsel in de natuur en in onze tuinen bij elkaar te sprokkelen, en ze waken uit zichzelf voor overgewicht. Schrap vetbollen en pinda’s van het menu als het lenteachtig begint te worden. De jongen kunnen stikken in de pinda’s en het vet van de bollen wordt snel ranzig bij oplopende temperaturen. Geef vogels nooit gezouten voer, maar ongebrande pinda’s en zonnebloempitten, speciale (zoutloze) vogelpindakaas, gedroogde maiskorrels, strooivoer en stukjes fruit. In ons tuincentrum in &locations% vind je alle benodigdheden, van vetbollen met zaden en pitten tot mooie vogelvoersilo’s en vogelpindakaashuisjes om op te hangen.

Extra vogeltips

  • Heb je moeite met het herkennen van bepaalde vogels? Kijk bij ‘Tuinvogels’ op www.tuinvogeltelling.nl voor duidelijke afbeeldingen van de vijfentwintig meest voorkomende vogels. Op vogelweekend.natuurpunt.be kun je een gratis digitale gids voor blije vogels aanvragen, met daarin ook afbeeldingen van veelvoorkomende tuinvogels en allerlei tips.
  • Maak in februari oude nestkasten schoon met kokend water of hang nieuwe nestkastjes op. Plaats de kastjes of huisjes minstens twee meter hoog, minstens drie meter uit elkaar, niet in de volle zon en met de opening op het noordoosten.

 

Vogels in je tuin

Kijken en luisteren naar vogels is heel rustgevend. Geef vogels wat ze willen en ze komen graag in jouw tuin. 
Zet de juiste planten in je tuin en de vogels komen vanzelf. Hoe meer variatie in het groen, des te meer soorten vogels je kunt verwachten.
Er is niets leuker dan een rijk vogelleven rondom je huis, wist je dat in sommige tuinen wel tot twintig verschillende vogelsoorten leven?

Als je jouw tuin vogelvriendelijk wilt maken denk dan onder andere aan:

  • Gevarieerde beplanting: in hoogte, wintergroen en bladverliezend, bessen dragend of zaden gevend.
  • Geef vogelvoer, dat mag het hele jaar door.
  • Zet een drinkschaal of waterbad neer. Of maak een vijver.
  • Ruim de tuin niet te veel op, maar zorg voor scharrel- en schuilplekjes. 
  • Hang nestkastjes en voederhuisjes op. 

Gebruik zo veel mogelijk levende materialen (groen) in plaats van dode materialen (steen, hout) in de tuin. Vervang de schutting voor een haag, een deel van de stenen voor een gazon of een border. De ideale verhouding is een derde deel aan harde, dode materialen en twee derde aan levende materialen. Niet alleen de vogels zullen je dankbaar zijn, maar ook andere dieren en insecten.

Vogels stellen allerlei "eisen" aan de voor hen ideale tuin. Overal zie je vogels, maar een omgeving die echt vogelvriendelijk is gemaakt door jou, zal uiteindelijk veel meer vogels trekken. Nieuwbouwwijken moeten helaas een tijdje wachten op een grote hoeveelheid vogels. Als je de vogels gaat voeren, dan verschijnen er regelmatig vogels in jouw tuin. Maar ze zullen niet blijven omdat het groen nog niet dicht gegroeid is. Ze vliegen terug naar plaatsen waar meer beplanting aanwezig is. Maar pas als de beplanting ouder (én dus groter en dichter) is, zal er sprake zijn van een normale vogelstand. Vogels brengen niet alleen een hoop vermaak in de tuin, ze zijn ook nuttig. De insectenetende vogels (mezen en andere zangvogels) zorgen ervoor dat de planten in de tuin gevrijwaard blijven van een insectenplaag. Slakken staan bijvoorbeeld regelmatig op het menu van de merels.

 

Planten die beschutting en bescherming bieden aan vogels

Dichte doornstruiken, maar ook struiken zonder doornen maar met een dichte takkenstructuur bieden een ideale schuilplaats voor de vogels. Hierin zijn ze veilig voor bijvoorbeeld katten en roofvogels. Wintergroene struiken bieden de vogels helemaal voldoende bescherming, omdat ze daarin uit het zicht kunnen verdwijnen). Ook klimplanten zijn zeer geschikt voor vogels om in te schuilen, vooral die met een weelderige en bossige groeiwijze.

 

Planten met veel insecten

De meeste mensen willen het liefst niet teveel insecten in hun tuin, maar de vogels zijn er dol op. Bestrijd je planten niet tegen insecten maar laat ze wegnemen door de kleine vogels.

Bloeiende planten trekken insecten aan. Bovendien leveren ze na het bloeien ook nog eens zaadjes aan.